Rome

Rome is een stad die je niet bezoekt, maar ondergaat. Je stapt er niet alleen een stad binnen, maar een wereld van lagen: geschiedenis, geloof, macht, kunst en alledaagse drukte krioelen langs elkaar heen. Elk plein ademt eeuwenverhalen, elke steen lijkt iets te willen vertellen.
We lieten ons leiden door het ritme van de stad — door fonteinen, trappen, ruïnes en kerken. Soms volgden we een plan, soms gewoon onze voeten. En overal waar we kwamen: verwondering. Rome was warm, vol, intens — maar bovenal indrukwekkend. In dit artikel neem ik je mee langs de plekken die we bezochten. Niet alles, want dat kan ook bijna niet. Maar wat we zagen, raakte ons. Rome laat zich niet in één keer vatten. En misschien is dat precies waarom het zo bijblijft.
Rome wordt niet voor niets de Eeuwige Stad, of het openluchtmuseum genoemd. De geschiedenis ervan is zó omvangrijk en invloedrijk, dat je er tijdens een bezoek haast niet aan ontkomt: je loopt letterlijk over eeuwen heen.
Volgens de legende werd Rome gesticht in 753 v.Chr. door de broers Romulus en Remus, die als baby’s werden gezoogd door een wolvin. Wat begon als een klein dorp aan de oevers van de Tiber, groeide uit tot het hart van een van de machtigste rijken die de wereld ooit heeft gekend: het Romeinse Rijk.
Rome was eeuwenlang het centrum van macht, cultuur, wetgeving en religie. Vanuit het Forum Romanum werden wetten gemaakt, keizers gekroond, en overwinningen gevierd. Het Colosseum was het podium van spektakel en gruwel, en over de Via Appia marcheerden soldaten richting nieuwe veroveringen.
Na de val van het rijk in de 5e eeuw verviel Rome tijdelijk in verval, maar bloeide het opnieuw op — ditmaal als centrum van het christendom. Met de paus als leider en de bouw van talloze kerken en basilieken, werd Rome het spirituele hart van Europa.
Wat Rome uniek maakt, is dat al die tijdperken — oudheid, middeleeuwen, renaissance, barok en modern — naast én op elkaar bestaan. Je stapt van een keizerlijke ruïne zo een 17e-eeuwse kerk binnen, met daartussen een fontein die je waterfles vult alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Rome is een stad waar geschiedenis geen achtergrond is, maar een hoofdpersoon. En dat voel je — bij elke stap die je zet.

Fontana della Barcaccia – een zinkend schip vol leven
Dit is geen imposant gebouw of eeuwenoude ruïne, maar juist iets kleiners, subtielers: de Fontana della Barcaccia, een fontein in de vorm van een half gezonken schip. Gelegen aan de voet van de Spaanse Trappen, midden op het Piazza di Spagna, valt hij misschien niet direct op — maar wie even stilstaat, ziet het vakmanschap en verhaal erachter.
De fontein werd in 1629 ontworpen door Pietro Bernini, samen met zijn veel beroemdere zoon Gian Lorenzo Bernini. Hij kreeg de vorm van een zinkende boot omdat de Tiber ooit overstroomde en op deze plek een klein bootje zou zijn achtergebleven. Het water dat uit de fontein stroomt, komt uit het eeuwenoude Aqua Virgo-aquaduct, dat sinds 19 v.Chr. Rome van vers water voorziet.
Voor ons was dit meteen een bijzonder moment. Niet alleen omdat we Rome binnenstapten via zo’n sfeervolle plek, maar ook omdat we hier onze waterflessen vulden — zoals zovelen dat doen. Een praktisch gebaar dat je ineens verbindt met een traditie van eeuwen. Er werd gelachen, gefotografeerd, gezeten op de rand (waar het mocht), en er klonk muziek in de verte. Deze fontein leeft — niet alleen van water, maar van mensen.
De Spaanse Trappen – verbinden met allure (maar niet zitten)
Direct achter de fontein begint de klim: de wereldberoemde Spaanse Trappen, of zoals ze officieel heten, de Scalinata di Trinità dei Monti. Gebouwd tussen 1723 en 1725, vormen deze 135 treden een elegante verbinding tussen het Piazza di Spagna beneden en de kerk Trinità dei Monti bovenaan. De naam ‘Spaanse Trappen’ verwijst naar de nabijgelegen Spaanse ambassade, die in de 17e eeuw al aan het plein lag.
In veel foto’s en films zie je mensen heerlijk zitten op de brede treden — met een ijsje, een boek of een glas wijn. Maar die tijd is voorbij. In werkelijkheid hield de politie streng toezicht. Zitten is verboden, en zodra iemand ook maar even ging leunen, klonk het fluitje al. Rome houdt van zijn erfgoed, maar beschermt het ook. En dat voel je hier.
Toch blijft het een bijzondere plek. Je kijkt uit over het bruisende plein beneden, met zijn mensen, fonteinen en winkeltjes. En boven je torent de kerk al uit in het zonlicht. Wij beklommen de trappen in ons eigen tempo, tussen de toeristen door, en lieten het gewoon even op ons inwerken. Want of je nu zit of staat: de Spaanse Trappen zijn en blijven een stukje Romeinse grandeur.


Trinità dei Monti & Obelisk Sallustian – hoog boven de stad
Bovenaan de Spaanse Trappen bereikten we de Trinità dei Monti, een kerk die al vanaf het plein beneden zichtbaar is. Gebouwd in de 16e eeuw en gefinancierd door de Franse koning, vormt deze kerk het statige sluitstuk van de trap — letterlijk én visueel. Binnenin vonden we rust. De drukte van het plein leek even ver weg, en de koele, hoge ruimte met haar kunstwerken en beschilderde gewelven gaf een adempauze.
We bewonderden onder andere schilderijen van Daniele da Volterra, een leerling van Michelangelo. Hoewel de kerk in vergelijking met andere Romeinse basilieken bescheiden is, voelden we juist daardoor de kracht van de eenvoud. Het was niet overweldigend, maar uitnodigend.
Voor de ingang staat de Obelisk Sallustian, een van de vele Egyptische obelisken die in Rome zijn neergezet. Deze dateert uit de Romeinse tijd en werd in de 18e eeuw hier geplaatst. Hij lijkt sterk op de obelisk van het Pantheon, maar is iets kleiner. Toch maakt hij indruk: als silhouet tegen de lucht, met de stad als decor erachter.
Boven op de trappen, bij de kerk en obelisk, voelde Rome groots en tegelijkertijd dichtbij. Alsof je even uit de stroom stapt — en boven alles uit mag kijken.
Colonna dell’Immacolata Concezione – een eerbetoon in stilte
Niet ver van de Spaanse Trappen stuitten we op de Colonna dell’Immacolata Concezione, een indrukwekkende zuil die midden op een wat rustiger plein staat. Het is zo’n plek waar je misschien aan voorbij zou lopen, maar als je even stilstaat, ontdek je een gelaagd verhaal.
De zuil werd in 1857 opgericht ter ere van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, een leerstuk binnen de katholieke kerk dat stelt dat Maria zonder erfzonde werd geboren. Bovenop de zuil staat een bronzen Mariabeeld, en aan de voet bevinden zich vier beelden van belangrijke Bijbelse figuren die verbonden zijn aan Maria.
Wat ons vooral opviel, waren de bloemen die hoog bij het beeld geplaatst waren — vers, met zorg neergelegd. Later lazen we dat dit deel uitmaakt van een jaarlijkse traditie: elke 8 december brengt de paus hier hulde aan Maria, vaak onder grote publieke belangstelling. De bloemen worden met een ladder of kraan geplaatst, en het plein vult zich dan met gelovigen, bloemen en gebed.
Toen wij er waren, was het stil. Geen massa’s mensen, geen flitsende camera’s. Alleen het beeld, de bloemen en de stad die ademhaalt rondom haar eigen geschiedenis. Een onverwachte stop, die juist daardoor is blijven hangen.


Trevifontein – werpen, wensen, verwonderen
De Trevifontein is misschien wel de beroemdste fontein van Italië — en dat merk je zodra je de kleine straatjes doorloopt en ineens uitkomt op het plein. Daar, tussen gebouwen en mensenmassa’s, zie je een barok meesterwerk van water en steen: krachtig, sierlijk, bijna theatraal.
Ontworpen door Nicola Salvi en voltooid in 1762, stelt de fontein de oceaan voor, met Neptunus op een strijdwagen, getrokken door zeepaarden en omringd door goddelijke figuren. Het water klettert over de rotsen, terwijl honderden mensen rondom staan, foto’s maken, turen… en natuurlijk: muntjes werpen.
Ook wij stonden even stil. Niet alleen voor een foto, maar ook om te kijken. Naar de details, naar de mensen, en naar de energie van deze plek. Het was druk, dat wel. De politie hield toezicht, blies af en toe op fluitjes om mensen van de rand weg te jagen of orde te houden. Toch had de plek iets magisch — alsof iedereen er even kind mag zijn, hoopvol, dromend.
We zagen een verliefd stel op de rand van de fontein, verdiept in een gesprek. Geen camera’s, geen poses — gewoon een moment. En dat paste precies bij deze plek. De Trevifontein is niet alleen een toeristische trekpleister, maar ook een plek waar je wensen mag hebben. Of ze uitkomen, is niet het belangrijkste. Maar even geloven dat het kan? Dat is Rome op z’n mooist.
Pantheon – een monument dat blijft verbazen
We zagen het Pantheon van een afstand, en zelfs zonder naar binnen te gaan maakte het indruk. De imposante zuilen, de massieve gevel, en vooral het besef: dit gebouw staat hier al bijna 1900 jaar, en is nog steeds overeind, midden in het leven van de stad.
Het Pantheon werd voltooid in 126 na Christus onder keizer Hadrianus en was oorspronkelijk gewijd aan alle Romeinse goden (Pan-theon betekent letterlijk “alle goden”). Wat dit gebouw zo bijzonder maakt, is de koepel: een technisch wonder, zelfs naar moderne maatstaven. In het midden zit een open cirkel — de oculus — waardoor zonlicht (of regen) naar binnen valt. Geen ramen, geen kunstlicht, maar puur natuur en architectuur.
Tegenwoordig is het Pantheon in gebruik als kerk, en ook als begraafplaats van beroemde figuren, waaronder de schilder Rafaël. Maar zelfs wie dat allemaal niet weet, voelt het gewicht van de geschiedenis als je ervoor staat.
Wij kwamen niet dichtbij genoeg om het interieur te bewonderen, maar het alleen al ervaren van de buitenkant was de moeite waard. Je voelt je even klein — op een goede manier. Rome laat je telkens weer beseffen hoeveel lagen tijd hier samenkomen. En het Pantheon is daar misschien wel het mooiste voorbeeld van.


Chiesa di San Luigi dei Francesi – een stukje Frankrijk
Tussen de monumenten, pleinen en paleizen van Rome vonden we een plek die net iets minder op de standaard toeristenroute ligt: de Chiesa di San Luigi dei Francesi. Deze kerk is gewijd aan Louis IX van Frankrijk, ook wel bekend als Saint Louis, en behoort tot de Franse gemeenschap in Rome.
De kerk werd gebouwd in de 16e eeuw en valt op door haar rijke decoratie en culturele verwijzingen naar Frankrijk. Binnen vonden we een rustige, haast intieme sfeer, zeker vergeleken met de grotere, drukkere basilieken elders in de stad. Wat deze kerk echt bijzonder maakt, zijn de drie schilderijen van Caravaggio in de Contarelli-kapel. Ze tonen het leven van de apostel Mattheüs en zijn meesterwerken van licht, emotie en realisme. Voor veel kunstliefhebbers is dit een absolute must-see — voor ons was het een onverwachte verrassing.
De kerk is nog altijd actief in gebruik voor de Franstalige gemeenschap in Rome, en dat voel je. Geen massatoerisme, geen bombastische entourage, maar een ruimte met geschiedenis, kunst en devotie — op menselijke schaal.
Een korte stop, maar eentje die bleef hangen. Juist omdat hij minder schreeuwde om aandacht, maar je stilletjes iets meegaf.
Het Colosseum – spektakel en schaduw
Het Colosseum is zonder twijfel één van de meest iconische bouwwerken van het oude Rome — en van de hele wereld. Als je er naartoe loopt, doemt het langzaam op tussen de moderne straten, alsof het zich uit het verleden losmaakt om je te begroeten. En eenmaal dichtbij? Dan voel je hoe overweldigend het is.
Voltooid in 80 na Christus onder keizer Titus bood dit amfitheater plaats aan maar liefst 50.000 toeschouwers. Hier vonden gladiatorengevechten plaats, jachtpartijen met exotische dieren, en openbare executies. De schaal, de techniek en de precisie waarmee het gebouwd is, blijven verbazen — zelfs als je weet wat er gebeurde.
Wat ons vooral raakte, was het contrast tussen de pracht en de pijn. Onder het arenaoppervlak ligt het hypogeum, een doolhof van gangen en kooien waar mensen en dieren werden voorbereid op hun lot. Het idee dat zelfs giraffen, tijgers en leeuwen hier zijn binnengebracht voor amusement, is haast onvoorstelbaar.
Het Colosseum laat je met gemengde gevoelens achter. Het is een architectonisch wonder, maar ook een plek van geweld en macht. En misschien is dat wel precies waarom het zo indrukwekkend is — omdat het beide kanten van de mens toont. De neiging tot schoonheid, en de schaduw die er soms naast ligt.


Forum Romanum & Palatijn – verdwalen tussen de stenen
Na het Colosseum liepen we het Forum Romanum binnen — of beter gezegd: we liepen een andere tijd binnen. Hier bevond zich ooit het kloppende hart van het Romeinse Rijk. Wat nu een uitgestrekt veld van ruïnes is, was vroeger het centrum van religie, politiek, rechtspraak en handel.
We liepen langs de overblijfselen van tempels, basilica’s, bogen en zuilen, en lieten onze verbeelding het werk doen. Hier sprak men het volk toe. Hier werd recht gesproken. Hier marcheerden de zegevierende legioenen over de Via Sacra, de heilige weg die dwars door het Forum loopt.
We passeerden de Tempel van Caesar, waar Julius Caesar na zijn dood werd vereerd. We bekeken de bron van Juturna, de Basilica Julia, de Tempel van Saturnus… en steeds weer voelden we ons klein — en verwonderd. Vanaf de Palatijnse Heuvel hadden we uitzicht over het hele terrein, met in de verte het imposante Vittoriano (of: Altare della Patria), het witte marmeren monument dat vrijheid en eenheid symboliseert. Het contrast tussen de tijdperken kon niet groter zijn.
Eerlijk is eerlijk: we verdwaalden. Letterlijk. Het gebied is groot, de routes niet altijd even duidelijk. Maar juist dat maakte het bijzonder. Want je loopt niet van highlight naar highlight — je zwerft. Je dwaalt tussen lagen geschiedenis.
Basilica San Sebastiano & Via Appia
Aan de rand van Rome, bij een plek waar het tempo van de stad voelbaar daalt: staat de Basilica San Sebastiano, één van de zeven traditionele pelgrimskerken van Rome. Minder druk bezocht dan veel andere heilige plaatsen, maar juist daardoor bijzonder.
De basiliek werd gebouwd op de plek waar volgens de overlevering de heilige Sebastiaan werd begraven na zijn marteldood. Binnenin hangt een serene sfeer. De kerk is ruim, licht, en gevuld met kunst en relieken — waaronder een intrigerende: de voetstappen van Jezus. Volgens de legende liet Jezus deze afdrukken achter toen hij op deze plek verscheen aan de apostel Petrus en hem vroeg: “Quo Vadis?” — Waar ga je heen?
De kerk ligt aan de Via Appia, een van de oudste en meest indrukwekkende wegen van het Romeinse Rijk. Aangelegd in 312 v.Chr., verbond deze weg Rome met het zuiden van Italië. We liepen over de originele basaltkeien, omgeven door bomen, oude graven en stilte.
Hier, buiten het toeristische centrum, voelden we Rome op een andere manier. Niet als museum, maar als pelgrimstocht. Als iets wat nog leeft, zachtjes, in de schaduw van het verleden. Het was warm, we waren moe, maar ook diep onder de indruk.


Catacomben van Domitilla – stilte onder de stad
Er zijn vele Catacomben in en om Rome heen. Wij doken letterlijk de diepte in met een bezoek aan de Catacomben van Domitilla, een van de oudste en best bewaarde catacomben van Rome. Ze stammen uit de 2e eeuw en zijn vernoemd naar Flavia Domitilla, een Romeinse vrouw die werd verbannen vanwege haar christelijke geloof.
Wat deze plek uniek maakt, is de aanwezigheid van een ondergrondse basiliek, gewijd aan de martelaren Nereus en Achilleus. De kerk stamt uit de 4e eeuw en wordt op ingenieuze wijze verlicht door lichtschachten, wat een serene, bijna mystieke sfeer geeft.
De catacomben zelf bestaan uit kilometerslange tunnels, verdeeld over vier niveaus. De wanden zijn bekleed met duizenden graven, symbolen en goed bewaarde fresco’s die verhalen uit het christendom uitbeelden.
We waren onder de indruk van de geschiedenis, maar ook geraakt door de schendingen die deze plek heeft gekend — ontvreemde relieken, weggehakte fresco’s. Toch blijft het vooral een plek van diepe stilte, geloof en verbinding met het verleden.
Camping Happy Village: nabij Rome
Tijdens ons verblijf in Rome kozen we voor Camping Happy Village, een camping net buiten de stad, om wat ademruimte te hebben na lange dagen vol indrukken. De camping ligt in een groene, heuvelachtige omgeving en is bereikbaar met een pendelbus die je tot aan een tramstation brengt — van daaruit sta je in no-time nabij het centrum.
De camping zelf bood wat we nodig hadden: een zwembad voor verkoeling (vergeet niet je badmuts), schaduwrijke plekken, een kleine winkel en eenvoudige voorzieningen. Niet luxe, maar prima voor een stedentrip met kinderen. Na een warme dag dwalen door Rome was het fijn om ’s avonds gewoon even op adem te komen, met de voeten omhoog.
Happy Village was voor ons vooral een praktische uitvalsbasis. Niet perfect, maar wel passend bij wat we zochten: rust buiten de stad, en toch verbonden met al het moois dat Rome te bieden heeft.
Bezoek Rome
Rome is geen stad die je in één bezoek kunt doorgronden. Het is een levend museum, een openluchtpodium en een labyrint van lagen — van keizers en martelaren, van kunstenaars en pelgrims. Wij liepen er tussen de ruïnes en fonteinen, over treden en keien, en voelden bij elke stap dat hier iets groots had plaatsgevonden.
We waren moe, overweldigd, soms verdwaald, maar ook geraakt. Door de schoonheid, de verhalen, de tegenstellingen. Rome was intens, maar meer dan de moeite waard. Een stad die je dwingt om te vertragen, te kijken, en vooral: te voelen.
Ben jij ook in Rome geweest? Of staat het nog op je bucketlist? Deel gerust je tips, ervaringen of mooiste herinneringen hieronder — ik lees graag met je mee.
Dit vind jij ook vast interessant …
100 dagen reis
Italië, een land vol geschiedenis, cultuur en adembenemende landschappen, was voor ons een bijzonder hoofdstuk tijdens...
Reizen naar Italië
Italië was als een reis door een levend museum. Van het moment dat we de grens over reden, voelde het alsof we een...
Matera
MateraSoms ontdek je een plek die onverwacht alles verandert. Voor ons was dat Matera. Deze Zuid-Italiaanse stad stond...