De reis plannen begint bij het plannen van je route en is dé basis voor een zorgeloze vakantie. Hoe combineer je verschillende bestemmingen, campings en bezienswaardigheden zonder te veel reistijd? Hoe voorkom je dat je onderweg overspoeld raakt door keuzes of in tijdnood komt? Een goede routeplanning geeft overzicht en rust. Het helpt je prioriteiten te stellen, zorgt voor een logische opbouw van je reis én maakt ruimte voor spontane momenten onderweg. Met een beetje voorbereiding haal je het meeste uit je vakantie, ontdek je verborgen parels en geniet je volop van het avontuur zelf. Zelf gebruik ik het plannen van een route ook als een soort voorpret. Het is een manier om alvast in de reis te stappen, om te dromen, te puzzelen en langzaam vorm te geven aan wat eerst alleen maar een vaag idee was. Of je nu met het hele gezin op pad gaat, met z’n tweeën reist of solo vertrekt — een slimme route maakt écht het verschil. In dit artikel geef ik je praktische tips én deel ik hoe ik zelf onze routes uitstippel — van de eerste krabbels op een kaart tot het finetunen van dagindeling en rustmomenten.
✨ Zelf aan de slag? Download de routeplanner
Wil jij ook overzicht tijdens het plannen van je reis? In de routeplanner die ik heb gemaakt, kun je op één A4’tje je bestemmingen, reistijd, rustdagen, activiteiten en tussenstops overzichtelijk bijhouden. Gewoon met pen en papier. Simpel, praktisch en vooral: rustgevend.
De planner is nu te downloaden via mijn shop. Print ’m uit, neem ’m mee, en maak van je vakantie écht jouw reis.

Begin met het grote plaatje
Voordat je in de details duikt — campings boeken, dagplanning maken of uitzoeken welke stad op dinsdag een markt heeft — is het slim om eerst te kijken naar het grote geheel. Wat voor soort reis wil je maken? Wordt het een rondreis waarbij je meerdere keren je spullen inpakt? Of kies je juist voor een paar langere verblijven op één of twee vaste plekken?
Stel jezelf in deze fase vooral veel open vragen:
– Willen we veel zien, of liever rust?
– Hebben we energie voor reisdagen, of is het juist fijn om ergens een tijdje te blijven?
– Welke plekken trekken ons écht — en waarom?
– Willen we bergen, zee, stad of juist een mix?
– Wat is haalbaar met onze kinderen of reisgezelschap?
Deze vragen helpen je om een richting te vinden, zonder dat je al iets hoeft vast te leggen.
Voor mij begint het meestal met een lege kaart, een aantal namen in mijn hoofd, en een pen. Ik markeer de plekken die me aanspreken — soms op gevoel, soms omdat ik er ooit iets over las, of omdat een camping me aantrekt. Vervolgens verbind ik ze met lijntjes en kijk ik of het logisch aanvoelt. Gaat de route van noord naar zuid? Kun je onderweg ergens stoppen om het niet te lang te maken? Ligt er iets bijzonders tussen twee bestemmingen in?
Het mooie aan deze stap is dat het nog open is. Je hoeft nog niets vast te leggen. Je mag dromen, tekenen, schuiven. Dit is ook het moment waarop je reis plannen kunt bijstellen voordat ze in beton gegoten zijn.
En let op: het grote plaatje is géén vaststaand schema. Het is een raamwerk waarop je later bouwt. Zie het als een kompas, niet als een routekaart.
🟡 Tip: Teken eerst globaal op een kaart wat je wilt doen, zonder meteen te plannen hoeveel dagen je waar bent. Het helpt je om verbanden te zien, een logische volgorde te vinden én te ontdekken of er misschien te veel of juist te weinig in je plan zit.
Kijk naar logische verbindingen
Als je een eerste overzicht hebt van je gewenste bestemmingen, is het tijd om te kijken naar de praktische verbindingen ertussen. Op de kaart lijken plekken soms dicht bij elkaar te liggen, maar de realiteit onderweg is vaak anders. Een route die er recht uitziet, kan in de praktijk bestaan uit smalle bergweggetjes, verkeersdrukte rondom steden of onverwachte files.
Daarom is het slim om de kaart niet alleen te bekijken, maar ook actief te testen met tools zoals Google Maps, RouteYou, ANWB Routeplanner of ViaMichelin. Kijk niet alleen naar kilometers, maar vooral naar tijd. Een traject van 150 km kan in de Alpen bijvoorbeeld langer duren dan 300 km op een snelweg. En houd ook rekening met tolwegen, veerponten of steile hellingen die je misschien liever vermijdt.
Zelf merk ik vaak dat deze stap me dwingt om realistisch te zijn. Een mooie camping met glijbanen aan het Gardameer lijkt leuk, maar als het betekent dat je daarvoor 6 uur moet omrijden vanuit je logische route, moet je keuzes gaan maken. Ga je ervoor, of zoek je iets dichterbij dat óók fijn is?

Denk in deze fase ook aan het ritme van je reis. Reisdagen kosten energie. Dat geldt voor jezelf, maar zeker ook voor kinderen. Daarom proberen wij het liefst om een maximale reistijd van 2–3 uur aan te houden per verplaatsing. Zo blijft er tijd over om nog iets te doen op de plek van aankomst, of gewoon te relaxen.
En nog iets: plan bewust de overgang tussen bestemmingen. Soms ligt er tussen twee grote stops een onverwacht mooie plek waar je perfect kunt lunchen, een uurtje wandelen of zelfs een nachtje extra kunt blijven. Juist dat soort tussenmomenten maken de reis vaak onvergetelijk — een speeltuin aan een meertje, een ijsje in een vergeten dorpje, een uitzichtpunt dat je alleen had omdat je niet door wilde rijden.
Voor ons is dit vaak het moment waarop we routes bijstellen. Soms moeten we schrappen, soms schuiven. Maar we merken elke keer weer: het is fijner om iets te laten vallen dan achteraf te moeten toegeven dat het allemaal nét te veel was.
🟡 Tip: Probeer maximaal 2–3 uur reistijd per dag aan te houden, zeker als je met kinderen reist. Korte reisdagen geven ruimte om onderweg iets te ontdekken of gewoon een middag bij het zwembad te liggen — zonder haast.

Bouw je reis op in lagen
Als je eenmaal een overzicht hebt van je route en de afstanden realistisch hebt ingeschat, kun je beginnen met het aanbrengen van structuur. Denk aan je reis als een huis dat je opbouwt in lagen: je begint met de dragende muren — de vaste plekken waar je verblijft — en daaromheen bouw je verder met losse planken, meubels en decoraties. Oftewel: je route krijgt eerst de grote lijnen, en daarna kleur je hem in.
Start met het kiezen van je ankerpunten: dat kunnen campings zijn, vakantiehuizen, overnachtingsplekken of langere verblijven. Zet ze vast in je planning en bepaal hoeveel nachten je daar wilt blijven. Dit geeft je meteen een kader voor de rest van je reis.
Daarna kun je gaan kijken naar wat er in de buurt te doen is. Zijn er steden of dorpen die je wilt bezoeken? Mooie wandelroutes of kindvriendelijke uitjes? Lokale markten of bijzondere musea? Deze uitstapjes vormen de tweede laag van je route: flexibel, aanvullend, maar niet verplicht.
Bij het maken van deze lagen probeer ik zelf altijd een goede balans te vinden. Een actieve dag met veel indrukken (zoals een stadsbezoek of bergwandeling) wordt het liefst gevolgd door een rustige dag: zwemmen bij de camping, wat lummelen, misschien een ijsje in een dorpje verderop. Door hier vooraf over na te denken, voorkom je dat je reis één lange to-dolijst wordt.
Ook belangrijk: bouw ruimte in voor het onverwachte. Want hoe goed je ook plant, onderweg kom je altijd dingen tegen die je niet had voorzien — in positieve of negatieve zin. Een regenbui, een kind dat even niet meer wil, een dorpje waar je per ongeluk belandt en niet meer weg wilt. Die momenten maken de reis juist memorabel.
🟡 Tip: Plan je vaste verblijven ruim in, maar laat ook wat dagen “open”. Die open dagen kun je gebruiken als rustmoment, als uitloop, of juist voor spontane omwegen. Zo blijft je route stevig én flexibel tegelijk.
Denk in reisdagen en rustdagen
Eén van de meest onderschatte aspecten van een goede reisroute is het ritme. Veel reizigers plannen vooral op wat ze willen zíen — maar vergeten wat ze nodig hebben om dat ook te kunnen vóélen. En dat begint bij het bewust inbouwen van rustmomenten.
Reisdagen zijn intensiever dan ze lijken. Zelfs al zit je ‘alleen maar in de auto’, het vergt schakelen, organiseren, concentreren, navigeren, pauzeren, tanken, kinderen bezighouden… Je komt meestal niet ontspannen aan. En als je dan meteen dóór moet — naar een stad, een wandeling of museum — dan loopt de emmer snel over. Bij kinderen, maar ook bij jezelf.
Daarom denken wij tegenwoordig in reisdagen en rustdagen. Een reisetappe is niet zomaar ‘een ochtendje rijden’, maar een volwaardige dag waarop we verder niks hoeven. Soms doen we onderweg nog iets kleins, maar we proberen vooral: níet te veel. Geen verwachtingen, geen planning. Aankomen, op adem komen, eventueel even zwemmen of een ijsje halen, en dat is het.

De dag erna is dan weer open. Dán kun je iets plannen — een uitje, een wandeling, een stad. Je merkt dat iedereen er dan veel meer plezier in heeft. Het maakt de reis niet alleen relaxter, maar ook intenser op de goede momenten.
En eerlijk is eerlijk: ook wij zijn weleens in de valkuil gestapt van “nog even dat erbij doen”. Maar we komen er telkens weer op terug: reizen is geen prestatie. Je hoeft niet alles gezien te hebben om een volle ervaring te hebben.
🟡 Tip: Zet in je planning bewust lege dagen. Geef ze letterlijk een naam in je agenda, zoals “niksdag” of “rustdag”. Niet als back-up, maar als volwaardige keuze. Je zult merken hoeveel fijner je de rest van de reis beleeft.

Wees niet bang om te schrappen
Als je eenmaal bezig bent met plannen, is de kans groot dat je enthousiast wordt. Er is zoveel moois te zien, zoveel plekken die “toch echt de moeite waard zijn”, zoveel dingen die je zou kunnen doen. En voordat je het weet, zit je route tjokvol.
Maar de waarheid is: je hoeft niet alles te doen om veel te ervaren. Sterker nog, soms ontstaat de mooiste reis pas op het moment dat je iets niet doet.
Durven schrappen is geen teken van opgeven, maar van sturen. Het is zeggen: “dit bewaren we voor een andere keer”, of “dit klinkt leuk, maar past nu gewoon niet.” Het geeft ademruimte in je planning én in je hoofd.
Wij hebben onderweg vaak gedacht: “als we nu die extra stad overslaan, hebben we een hele dag bij dat meer.” En negen van de tien keer waren dat de dagen waar we later het meest van genoten. Omdat er ruimte was voor niets. Voor een dobberdag, een spontaan uitstapje, of gewoon voor even samen zijn zonder plan.
Ook praktisch is schrappen soms nodig. Een plek blijkt toch te ver, een camping is vol, het weer werkt niet mee. Als je dat accepteert, wordt je reis er alleen maar sterker van. Je kiest dan niet tegen iets, maar vóór wat écht past.
🟡 Tip: Plan altijd iets meer dan je uitvoert — en kies onderweg bewust wat je laat vallen. Laat de reis ademen. Niet alles hoeft, en niet alles hoeft nu.
Hoe ik het aanpak: de reis plannen op gevoel én papier
Mijn route begint meestal met een leeg vel papier en een hoofd vol ideeën. Geen Excel-sheet, geen strak plan — maar gewoon een pen, een kaart of notitieblokje en een paar plekken die blijven hangen. Soms omdat ik er ooit een foto van zag, soms door een camping die me aanspreekt, of omdat iemand me er enthousiast over vertelde.
Ik begin met uitzoeken waar wat is op de kaart. Daarna verbind ik ze, kijkend naar de afstanden en het ritme. Klopt het? Is het haalbaar met kinderen? Zit er genoeg afwisseling in? Soms schuif ik alles nog een keer om. Of kies ik er bewust voor om één mooie plek te laten vallen, zodat we ergens anders langer kunnen blijven.
Wat voor mij werkt, is combineren tussen overzicht en gevoel. Een globale planning met vaste ankerpunten — en daartussen ruimte om te bewegen. Ik zet ook bewust rustdagen in de planning, gewoon als reminder aan mezelf. Anders blijf ik doorgaan, en dat breekt altijd op.
En eerlijk? De beste momenten ontstaan meestal niet uit het plan zelf, maar uit de ruimte tussen de plannen. Een tussenstop die een hoogtepunt wordt. Een campingdag die onverwacht betekenisvol voelt. Een omweg die een nieuwe herinnering oplevert. Daarom plan ik met potlood, niet met pen.
Tot slot
Een goede routeplanning hoeft niet strak of ingewikkeld te zijn. Zie het als een kompas, geen draaiboek. Door bewust te kiezen waar je wel én niet naartoe gaat, creëer je ruimte om echt te beleven. Of je nu graag alles vooruit plant of liever wat losser reist: het begint allemaal met het stellen van de juiste vragen en het durven schrappen waar nodig.
Ik hoop dat je iets aan mijn aanpak hebt — of dat het je in elk geval inspireert om je eigen weg te vinden. Want hoe je het ook doet: een reis die bij jóu past, is altijd de juiste route.
🧭 Een fijne vakantie toegewenst!
Laat je me nog weten wat je aan mijn tips hebt gehad? Heb je aanvullingen, eigen ervaringen of vragen? Laat dan hieronder een reactie achter — ik lees graag met je mee!
✨ Zelf aan de slag? Download de routeplanner
Wil jij ook overzicht tijdens het plannen van je reis? In de routeplanner die ik heb gemaakt, kun je op één A4’tje je bestemmingen, reistijd, rustdagen, activiteiten en tussenstops overzichtelijk bijhouden. Gewoon met pen en papier. Simpel, praktisch en vooral: rustgevend.
De planner is nu te downloaden via mijn shop. Print ’m uit, neem ’m mee, en maak van je vakantie écht jouw reis.
Dit vind jij ook vast interessant …
Op vakantie met kinderen
Op vakantie gaan met kinderen vraagt iets anders dan een gewone reis. Je reist niet alleen van A naar B, maar neemt je...
Vakantie voorbereiden
Wil je aan een onvergetelijk vakantieavontuur beginnen? Plan je een kampeertrip met het gezin en vraag je je af wat je...
Lijstjes en boekjes
Ben je het zat om eindeloze lijsten te maken die nooit lijken te worden afgvinkt? Ik begrijp die frustratie, vooral...